bestand: 
resultaat: 
2Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden, (1574) 1578-1795 (1799)
2035.1Volgnrs 1-252
Bestandnaam:
NL-MdbZA_2_2035.1_090-01.jp2
NB:
De stukken zijn voorzien van een rondstempel met volgnummer. Deze nummering is circa 1970 aangebracht en is sindsdien veel gebruikt bij verwijzingen. De nummering keert ook terug in het laatste deel van de bestandsnaam van de scans.
Specificatie:
Het bij de scans getoonde nummer betreft een automatisch gegenereerd nummer en heeft geen relatie met het volgnummer op het stuk. Een globale herleiding: scannr 1 = volgnr 1 | scannr 100 = volgnr 41 | scannr 200 = volgnr 76 | scannr 300 = volgnr 109 | scannr 400 = volgnr 151 | scannr 500 = volgnr 191 | scannr 600 = volgnr 230.
Annotatie:
Meerdere stukken zijn voorzien van transcripties. Indien dit het geval is zal in de viewer rechtsboven een knop met een pen zichtbaar worden.
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Volgnummer:
249 van 665
Download
Hieronder kunt u het bestand downloaden: Download
Transcriptie

[Volgnr 90, folio 1:]

[rechtsboven] 168

Wij, onderschreeven Lantslot Kraeckum en Lourents
Woutersen, Lambert van Oserne, verclaeren
ten versoecke van den heer commandeur M. Matijssen
Bergenaer, hoe waer ende waerachtijgh is, hoe
dat de heer commandeur Jolijt op eenen morgen
vraeghde teegen de commandeur Bergenaer: ’hoe kent
ghij u soo stout de slaeven van het eilant te
commandeeren sonder mijn ordre’, waerop den
commandeur Bergenaer seide: ’ick hebbe uedele
ordre daer niet toe vandoen, ghij weet wat
accoort dat ick met den commandeur Abraham
Crijnsen hebbe gemaeckt’, waerop de commandeur Bergenaer
het accoort hem heeft in handen gegeven en
heeft het geleesen en wederom geleevert
aen de commandeur Bergenaer, en seide doen: ’dit accoort
is gemaeckt tot voordeel van Abraham Crijnsen’,
waerop de commandeur Bergenaer seide: ’het is nochtans
tot dienste van de Staet’, waerop den commandeur Jolijt
seide: ’het en deught niet, ick veegh er mijn
gat mee’, waerop den commandeur Bergenaer hem
het accoort presenteerde, en seide: ’ghij
hebt de coragie niet, u gat daeraen te
veegen’, hetwelcke hij oock niet en heeft
gedaen, waerop de commandeur Bergenaer seide:
’het is wel, ick sal het Abraham Crijnsen
laeten weeten’ waerop de commandeur Jolijt seide:
’doet dat vrijelijck, ick heb de duivel van Abraham
Crijnsen, ick weet oock aen wie dat ick
(verte)

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen